Een Nederlandse kennis vroeg mij eens: ‘Als jij naar Frankrijk gaat ga je toch zeker ook in een hotel.?’ ‘Nee?’ ‘Maar als ik daar in een supermarkt ben zie ik allemaal voeding die ik niet ken. En ik begrijp de teksten op de verpakkingen niet. Ik waag me daar niet aan. In een hotel weet je wat je krijgt.’ Hier spreekt geen francofiel.Er zijn inderdaad volksstammen Nederlanders die liever naar Sauerland gaan. Mijns inziens vooral omdat ze geen Frans spreken. Maar er zijn ook grote groepen landgenoten die Frisch und Fröhlich, ongehinderd door enige kennis van het Frans, overal op afstappen in La Douce France. Mensen bij wie Je suis, rijmt op ruis. Dit levert soms dolkomische taferelen op.
De eigenaar van de (beroemde Parijse nachtclub) Moulin Rouge nam eens afscheid van een busgezelschap Nederlanders. Ze hadden genoten en de eerste vertrekkers bedankten hem met een welgemeend ‘dank u.’ De zeer beleefde en door de wolgeverfde fransman kreeg het schaamrood op de kaken. Niet slechts een van de passagiers bleek deze aberratie te hebben. Vrijwel iedereen gaf hem glimlachend en enthousiast de hand, met een door hen welgemeend ‘dank u’. Hij wist dat Hollanders vaak zo direct zijn dat het voor een fransman heel onbeschoft overkomt. In stijgende boosheid overwoog hij geen Hollanders meer toe te laten. Bij toeval kwam het ter sprake bij een ontmoeting met een vriend van mij, die perfect Frans spreekt. Die verergerde het geheel aanvankelijk door, in een poging gerust te stellen, mee te delen dat dit in Holland een heel gewone beleefdheidsvorm is. De clubeigenaar bestierf het bijna. Welk een onbeschaamdheid. Tenslotte wist de vriend de man te overtuigen dat zeker niemand dans cu (in de anus), wilde. Waarop de clubeigenaar hem met een hartelijk ‘Merci beaucoup’ bedankte.
Hoewel ik inmiddels een redelijk mondje Frans spreek, heb ik ook mijn kennis van het vocabulaire door komische voorvallen uitgebreid. Vele malen heb ik oudere vrouwen helemaal op zien fleuren, hun haar zien modelleren, nadat ik gezegd had dat ze aardig waren. Na lange tijd bleek me dat ik met ‘Vous ètès très Jolie’, niet zei dat ze aardig waren, maar dat ze knap waren. Had ik nou maar gezegd ‘Vous ètès très Gentils.’ Hoewel. Ik zag bedaagde vrouwen, heel enthousiast opveren. Er kwam glans in doffe ogen. Allemaal werden ze enthousiast. De meeste vroegen een of enkele keren of ik het echt meende. Mij bleek dat ik een meesterzet had geleverd in het franse etiquettespel. De overdadige vriendelijkheid, de vloed aan complimenten die fransen hanteren. Ik had hier een compliment geleverd waar anderen dit, daar het echt te ver bezijden de waarheid was, uit hun hoofd lieten. Soms verspreek ik me nog wel eens bewust. En altijd weer krijg ik een warme blik als cadeau.
Kennissen van ons kochten een huisje op het platteland met een oude houten schuur. DeFranse buren en kennissen werden uitgenodigd voor de liquide inwijding. Wij kwamen laat langs. We waren verbaasd dat ze met ons, die ze pas net en oppervlakkig kenden, in gesprek gingen en de Fransen onderling lieten praten. Na enige tijd bleek me waarom. Iedereen was rondgeleid door het huis en de oude schuur met allerlei kleine houten hokjes. Ik laat Ine zelf even aan het woord. ‘Ze bleven maar vragen naar ‘La pain.’ ‘Nee wij bakken zelf geen brood en hebben ook geen broodoven. Die heeft hier ook niet gestaan,’ probeerde ik ze duidelijk te maken. Ze hielden echter vol. Een tekening op een bloknote moest er aan te pas komen om ons duidelijk te maken wat ze hadden bedoeld. In ieder hokje in die schuur zat vroeger een Lapain, een konijn.’
Friese Joop is een enthousiaste Bourgondiër. Een reden waarom hij zich zonder de Franse taal machtig te zijn, ieder jaar weer naar Frankrijk begaf. ‘Die mensen weten wat eten en drinken is. Die kunnen genieten. Ik kon me altijd best redden. Ze begrepen me altijd. Je komt er altijd uit. Nou ja, bijna dan. Ik heb in het begin wel meerdere keren Escargots (slakken) op mijn bord gekregen, terwijl ik een schnitzel (Escalope) wilde. Man en ik lust die dikke snottebellen helemaal niet.’
Bij de voorbereidingen van het feest had ik het volgende gesprek met Charly, die onze tuin verzorgt. ‘Charly voulez vous chauffer mon visite dans le nuit du fête? ‘ Charly keek niet begrijpend. Ik had net een kwartier vlot met hem staan praten en nu begreep hij niet dat ik hem vroeg of hij ’s nachts op het feest de feestgangers met de auto naar huis wilde brengen? ‘Voulez vous faire le chauffage? Nog meer verwondering viel mij ten deel. Vaag kwam er een gniffel in me op. ‘Excusez moi.’ Chauffer is verwarmen, opwarmen, maar ook: hitsig maken. Hij snapt niet hoe en waarom hij mijn gasten moet opwarmen. ‘Voulez vous etre chauffeur pour les hotes?’ ‘Oui, bien sur.
Geen reacties op “Komische versprekingen in het Frans”